de balans van geven en ontvangen
Een ode aan de onzichtbare wetmatigheid die alles in beweging houdt
We leven in een wereld waarin ‘geven’ vaak wordt verheerlijkt. Alsof het een trofee is: wie het meeste geeft, wint. Het wordt gekoppeld aan liefde, zorgzaamheid, opoffering, dienstbaarheid. Maar zelden staan we stil bij het andere uiterste van de as: ontvangen. Alsof ontvangen iets passiefs is, iets dat je overkomt, iets dat je niet ‘verdient’ als je niet eerst hebt gegeven.
En daar begint de disbalans.
De (ethische) wet van wederkerigheid
In elke relatie – of het nu gaat om ouder-kind, liefdesrelatie, vriendschap of collega’s – is er een fundamentele wet actief: de wet van wederkerigheid. Het is geen wiskundige balans waarbij je precies evenveel terug moet geven als je krijgt. Nee, het is veel intelligenter, veel dieper. Het is een innerlijk kompas dat voelt of de uitwisseling klopt. Of de energiestroom vrij kan bewegen tussen twee mensen zonder vast te lopen op schuld, verplichting of ongelijkheid. Het gaat over de ethische balans. Die balans is in iedere relatie anders. Het is nooit een kwestie van 50/50.
Als jij altijd geeft – je tijd, je aandacht, je zorg, je luisterend oor, je liefde – en de ander altijd ontvangt, dan gebeurt er iets giftigs: jouw geven wordt geen gift meer, het wordt een pleister op een oude wond. Een poging om gezien te worden, gewaardeerd, erkend. En het venijnige? Hoe meer je geeft, hoe leger je je uiteindelijk voelt. Omdat geven zonder ontvangen een vorm van zelfverloochening wordt. Het ontvangen van de ander levert een schuld op.
Waarom ontvangen zo moeilijk is
Ontvangen vraagt iets wat nog veel moediger is dan geven: het vraagt overgave.
Het vraagt dat je gelooft dat je het waard bent om te ontvangen. Zonder tegenprestatie. Zonder schuldgevoel. Zonder je kleiner te maken of alvast excuses in te bouwen. Ontvangen betekent dat je durft te zeggen: “Ik ben het waard dat jij moeite voor mij doet. Dat jij iets voor mij over hebt.”
En hier wringt het bij velen. Want ontvangen raakt aan oude overtuigingen: ik mag niet tot last zijn, ik moet sterk zijn, als ik iets krijg, moet ik iets terugdoen, liefde moet je verdienen.
Maar wat als…
Ontvangen evenveel liefde bevat als geven?
Wat als het ontvangen van een gebaar, een aanraking, een woord… een eerbetoon is aan degene die geeft? Wat als jouw openheid het geschenk compleet maakt?
De valkuil van het ‘edel geven’
Er is een diep misverstand in relaties – en vooral bij mensen met een zorgend beroep, een groot hart of een geschiedenis waarin liefde voorwaardelijk was. Het idee dat geven altijd nobel is.
Maar geven kan ook een wapen zijn. Een controle-instrument. Een manier om jezelf onmisbaar te maken, zodat je niet verlaten wordt. Geven kan een verborgen agenda hebben: “Als ik maar genoeg geef, blijf jij.”
En daarmee wordt geven een transactie. En liefde zou geen transactie moeten zijn.
De dans begint bij jou
Wil je de balans herstellen? Dan is de eerste stap radicaal eerlijk zijn. Durven voelen waar jij te veel geeft – en waarom. En waar je jezelf afsluit voor ontvangen – en waarom.
• Geef je omdat het klopt, of omdat je hoopt iets terug te krijgen?
• Kun je een compliment ontvangen zonder het weg te lachen?
• Kun je hulp aannemen zonder je schuldig te voelen?
• Kun je jezelf toestaan om te rusten, te genieten, je te laten dragen?
Balans ontstaat niet door alles fifty-fifty te willen doen. Balans ontstaat als je voelt dat er ruimte is aan beide kanten van het touw: ruimte om te geven, ruimte om te ontvangen. En dat het ene niet edeler is dan het andere.
Een verhaal om het scherp te maken
Stel je een rivier voor. Een krachtige stroom die water geeft aan alles wat het aanraakt – dorstige dieren, uitgedroogde bomen, verloren reizigers. De rivier geeft gul. Maar stel je nu voor dat er nooit regen valt. Dat er geen toevoer is van smeltwater uit de bergen. Geen bron die haar voedt. Wat gebeurt er?
De rivier droogt op.
Haar bedding wordt barstig.
Wat ooit leven gaf, wordt een dorre, lege geul.
Zelfs de meest stromende gever heeft toevoer nodig.
Zonder ontvangen, droogt zelfs de gulste stroom op.
Laat dit een uitnodiging zijn. Niet om minder te geven, maar om vollediger te leven.
Om te durven ontvangen wat jou toekomt, zonder schaamte of schuld.
Om relaties te bouwen waarin het geven én ontvangen vrij zijn van verwachting.
Waar liefde geen rekensom is, maar een dans – dynamisch, speels, levend.
Want alleen als jij durft te ontvangen, heeft de ander iets echts te geven.


