Het contextuele gedachtengoed:
de kracht van verbonden levensverhalen
Sommige verhalen leven niet in woorden, maar in stiltes. In wat nooit gezegd is, maar alles bepaalt.
Het contextuele gedachtengoed van Ivan Boszormenyi-Nagy werpt licht op die verhalen. Op wat er generaties-lang doorgegeven wordt zonder dat iemand het ooit echt in de ogen heeft gekeken. Het gaat niet over schuld, maar over verantwoordelijkheid. Niet over goed of fout, maar over de vraag: wat is rechtvaardig in relaties?
Deze visie raakt aan iets wat we allemaal kennen: het onzichtbare web van loyaliteiten, verwachtingen en oude pijnen waarin we verstrikt kunnen raken — maar waar we ons ook uit kunnen bevrijden. Niet door los te snijden, maar door werkelijk te zien wat er speelt. En opnieuw te kiezen, met open ogen en een wakker hart.
Wie was Ivan Boszormenyi-Nagy?
Ivan Boszormenyi-Nagy (1920–2007) was een Hongaars-Amerikaanse psychiater en een van de pioniers van de gezinstherapie. Hij werd geboren in Hongarije en groeide op in een medisch gezin. Na de Tweede Wereldoorlog emigreerde hij naar de Verenigde Staten, waar hij zich ontwikkelde tot een van de meest invloedrijke denkers op het gebied van familie- en relatiedynamieken.
Wat Nagy uniek maakte, was zijn blik op menselijke relaties als moreel geladen en wederkerig. Waar klassieke therapieën focusten op het individu, keek Nagy naar het relationele systeem waarin iemand leefde — met aandacht voor rechtvaardigheid, loyaliteit en de balans tussen geven en ontvangen.
De kern van het contextuele gedachtengoed
Het contextuele gedachtengoed onderzoekt hoe mensen verbonden zijn binnen hun familiesysteem, vaak over meerdere generaties heen. Het laat zien hoe patronen, loyaliteiten en verborgen dynamieken ons gedrag, onze keuzes en ons welzijn beïnvloeden — en hoe die relaties kunnen worden geheeld door erkenning en verantwoordelijkheid.
1. Relationele rechtvaardigheid
In elke relatie is er een balans tussen geven en ontvangen. Als die balans langdurig verstoord raakt — wanneer iemand structureel geeft en de ander vooral neemt — ontstaat er relationeel onrecht. Dat laat sporen na, niet alleen in de relatie zelf, maar ook in de levens van kinderen, partners en toekomstige generaties.
2. Loyaliteit
We worden geboren in een web van loyaliteiten. Die loyaliteit aan ouders, familie of afkomst is diep en vaak ononderhandelbaar. Zelfs wanneer relaties pijnlijk of verstoord zijn, blijft de innerlijke loyaliteit bestaan. Het zijn deze loyaliteiten die maken dat mensen soms keuzes maken die tegen hun eigen welzijn ingaan — uit liefde, trouw of hoop op herstel.
3. (Destructieve) parentificatie
Kinderen dragen vaak op natuurlijke wijze bij aan het gezin. Soms nemen ze tijdelijk taken of verantwoordelijkheden op zich die eigenlijk bij de ouder horen. Dat is niet per definitie verkeerd; het kan zelfs bijdragen aan hun ontwikkeling.
Maar wanneer een kind structureel de rol van ouder op zich moet nemen, of als die inzet niet erkend wordt, spreken we van destructieve parentificatie. Het kind draagt dan een verantwoordelijkheid die niet past bij zijn of haar leeftijd of positie. Denk aan een kind dat de emotionele steunpilaar wordt voor een ouder, of een kind dat de zorg draagt voor broertjes of zusjes.
Als wat je geeft niet wordt gezien of gewaardeerd, wordt het geen bijdrage maar een last — een schuld die je blijft dragen, vaak onbewust, tot ver in je volwassen leven.
4. Roulerende rekening
Wat één generatie niet kan of durft te dragen, wordt vaak onbewust doorgegeven aan de volgende. Verdriet, schaamte, onrecht of geheimen worden niet opgelost maar vererfd. De rekening wordt doorgeschoven: een kind draagt dan de last van iets wat niet van hem of haar is.
Pas wanneer iemand in het systeem zegt: dit klopt niet, dit hoort niet bij mij, en die verantwoordelijkheid teruglegt waar die hoort, wordt de roulerende rekening verbroken.
5. Meerzijdige partijdigheid
In contextuele therapie kiest de hulpverlener geen kant, maar voor iedereen tegelijk. Elk perspectief, elke stem, telt. Zelfs die van afwezige familieleden of vorige en volgende generaties. Deze houding vraagt om moed, nuance en het vermogen om tegelijkertijd empathisch én scherp te zijn.
Het doel is niet om schuldigen aan te wijzen, maar om te zien wie er niet gezien is — en wat hersteld mag worden.
Moraal
Je kunt de ander pas écht zien als je jezelf durft aan te kijken.
Niet de versie die je hebt geleerd te zijn, maar de rauwe, eerlijke laag daaronder: jouw eigen waarheid, jouw plek in het grotere verhaal.
Zolang je je eigen geschiedenis niet erkent, leef je voort op de echo van verwachtingen van anderen. Maar wie zichzelf ziet, krijgt weer keuze;
Om lief te hebben zonder jezelf te verliezen.
Om grenzen te stellen zonder te verharden.
Om te ontvangen zonder schuld of schaamte.
In die radicale eerlijkheid ontstaat ruimte voor werkelijke verbinding.
Het contextuele gedachtengoed is geen techniek. Het is een manier van kijken.
Een uitnodiging om te zien wat generaties lang ongezien bleef.
Om te begrijpen wat pijnlijk was, zonder te oordelen.
En om iets ouds niet langer door te geven, maar te helen.
Omdat jij degene kunt zijn die zegt: hier stopt het. En hier begint iets nieuws.
Wil je hier meer over weten?
Ik denk graag met je mee.
Over jouw plek in het grotere geheel. Over wat jij draagt dat misschien niet van jou is. Over hoe het anders kan — eerlijker, vrijer, echter.
Stuur me een bericht. Geen pasklaar antwoord. Wel een echt gesprek.
contextuele thema's
In iedere relatie speelt zich een onzichtbare balans af tussen geven en ontvangen. Wanneer die balans verstoord raakt, ontstaat er spanning. Vaak lossen we dat niet op, maar dragen we het – uit loyaliteit. Want zelfs als het ten koste van onszelf gaat, blijven we -bewust of onbewust- trouw aan waar we vandaan komen.
Soms zo trouw, dat een kind zich gedwongen voelt een rol te pakken voor een ouder of voor het gezin. Omdat deze dat nodig heeft. Dat noemen we parentificatie: liefde die te zwaar werd voor kleine schouders. En als die last niet erkend wordt? Dan schuift hij door. Naar de volgende generatie. In de contextuele therapie noemen we dat de roulerende rekening: onbetaalde rekeningen die kinderen erven, zonder dat ze ooit iets schuldig waren en deze onbetaalde rekeningen vervolgens bij de eigen kinderen neerleggen.
Ben je benieuwd wat de duplo-poppetjes vertellen? Aarzel niet, neem contact met me op, ik vertel er graag meer over.

Balans van geven en ontvangen
We worden geboren in een web van relaties. Nog voor we woorden hadden, gaven we en ontvingen we. Een blik, een aanraking, een huil – en de wereld reageerde. Of juist niet. En precies daar begint het verhaal van balans.
De contextuele benadering spreekt van een ethische dimensie in relaties – een diep gevoeld besef van rechtvaardigheid. Niet moreel, maar existentieel. Iets in ons weet intuïtief wanneer er structureel meer gevraagd wordt dan wat we kunnen geven. Of wanneer we moeten ontvangen omdat de ander het nodig heeft om te geven. Dan raakt de balans tussen geven en ontvangen verstoord.
Geven is niet het probleem. Geven is prachtig. Maar geven zonder ooit te kunnen ontvangen, laat je onzichtbaar achter – alsof jouw behoefte er niet toe doet. En wie alleen maar ontvangt, zonder zich te verbinden aan wat het de ander kost, blijft gevangen in leegte. Geen echte verbinding. Geen wederkerigheid. Alleen een vacuüm waar ooit relatie had kunnen zijn.
Balans is geen 50/50 rekensom. Het is een voelbare stroom – een dynamische beweging waarvan alleen de betrokkenen kunnen zeggen of die klopt. Maar één ding is zeker: zonder die balans raakt iemand kwijt wat hij niet eens wist dat hij nodig had – erkenning, bestaansrecht, betekenis.

Loyaliteit
Loyaliteit is geen keuze. Het zit in je vezels, nog voor je wist wat kiezen was. Je bent loyaal aan waar je vandaan komt – zelfs als dat je beschadigt. Zelfs als het betekent dat je jezelf kwijtraakt.
Een kind kiest niet of het loyaal is. Het is het gewoon. En precies daar wordt het ingewikkeld. Want wat doe je als trouw zijn aan de ander betekent dat je ontrouw wordt aan jezelf?
We leren ons aanpassen, klein maken, sterk zijn, zorgen, zwijgen – alles om die diepe band met onze ouders in stand te houden. Ook als zij niet beschikbaar waren. Ook als ze ons niet zagen. Ook als het nooit veilig was.
En later? Dan herhalen we het. In onze liefdes, ons werk, onze vriendschappen. Blijven geven, blijven hopen, blijven proberen – vaak zonder te snappen waarom het zo schuurt.
Loyaliteit is prachtig. Tot het je gijzelt. Dan vraagt het om volwassen keuzes: niet om te breken met waar je vandaan komt, maar om jezelf toe te voegen aan de balans.

Parentificatie
Soms dragen kinderen een gewicht dat voor de buitenwereld onzichtbaar is, maar loodzwaar op hun schouders rust. Ze zijn er altijd. Stil, alert, verantwoordelijk, zorgend. Of juist rebels, lastig, afleidend – als bliksemafleider voor spanningen die niemand onder ogen wil zien. Niet omdat ze dat willen, maar omdat het nodig is. Omdat er iets ontbreekt bij de ouder, en het kind zich – zonder woorden – verplicht voelt dat gat te vullen.
In de contextuele therapie noemen we dit destructieve parentificatie: een situatie waarin een kind structureel voorziet in de emotionele of praktische behoeften van de ouder, en daarbij haar eigen kind-zijn opoffert.
De schade is diep. Niet omdat het kind niet wil geven – maar omdat het geven nooit vrij was. Het was geen keuze, maar een innerlijk bevel. De rekensom van de relatie klopt niet. En het kind? Die leert dat ze alleen bestaansrecht heeft als ze iets oplost voor de ander. Dus blijft ze geven, of afleiden, ook als volwassene. Aan vrienden. In relaties. Op werk. Altijd verantwoordelijk, altijd beschikbaar, altijd nét te veel.
En diep vanbinnen een stille hunkering:
Zie mij. Niet om wat ik doe. Maar om wie ik ben.

Roulerende rekening
Wat niet wordt aangekeken, wordt doorgegeven. Zo simpel – en zo pijnlijk – is het. In de contextuele therapie noemen we dat de roulerende rekening: onbetaalde emotionele schulden die doorschuiven naar de volgende generatie.
Een kind dat zijn ouders moest dragen, draagt later vaak zijn eigen kinderen niet helemaal. Niet omdat de ouder dat niet wil, maar omdat deze al jaren overbelast is. En zo ontstaat er een stille verschuiving: de pijn die ooit is ontstaan, vindt een nieuwe drager. Niet uit onwil, maar uit onvermogen.
Het kind dat niet mocht voelen, heeft moeite met het dragen van andermans emoties. De ouder die nooit gezien is, kan haar eigen kind niet echt zien. De rekening reist verder, van wie nooit mocht ontvangen, naar wie niet meer kan geven.
En de kinderen?
Die voelen dat er iets niet klopt, zonder te weten wat. Ze passen zich aan, nemen over, of rebelleren. Tot iemand opstaat die het patroon wél durft aan te kijken. Die de pijn herkent, erkent en niet langer doorgeeft wat niet van hem is.
Als jij het patroon doorziet, kun jij degene zijn die stopt met betalen voor iets wat je nooit zelf hebt uitgegeven. En precies daar begint bevrijding. Voor jou, en voor wie na jou komt.
Herken je de contextuele thema's?
Alles wat je niet onder ogen ziet, blijft voortleven. In jou. In je relaties. In je kinderen.
Maar wat je wél durft aan te kijken, verliest zijn grip op jou.
Werkelijk in balans komen begint niet met nóg harder je best doen, maar met eerlijk naar jezelf kijken:
Naar wat je wel of niet geeft. Naar wat je wel of niet ontvangt.
Naar wie je trouw blijft, en ten koste van wie.
Naar welk verhaal je met je meedraagt dat eigenlijk niet van jou is.
Je hoeft het niet perfect te doen. Je hoeft alleen niet langer op de automatische piloot te leven.
Patronen verdwijnen niet vanzelf. Maar jij hebt de keuze om ze niet langer door te geven.
Daar, bij jou, begint de echte verandering.
Niet bij de ander. Bij jou.